Gedichtanalyse

Judith Herzberg

Herzberg, Judith (Geboren: 04-11-1934)
Nederlandse uit Amsterdam

3 bundels
27 liefdesliedjes (1973)
Botshol (1980)
Bijvangst (1999)

3 thema’s
De gedichten van Judith Herzberg hebben geen vast thema, maar er zijn wel thema’s die vaak terugkomen of die heel bijzonder zijn.

Zo een bijzonder thema is ‘de spiegel’, dat gebruikt wordt het gedicht ‘Kinderspiegel’. De spiegel heeft hier een tweeledige betekenis, zowel het voorbeeld als het waanbeeld.

Vaak voorkomende thema’s zijn liefde en verdriet, dit zijn misschien clichéthema’s maar telkens wordt er iets bijzonder aan het gedicht bijgevoegd waardoor het uit dit clichébeeld uitgetrokken wordt. Zo zijn er de ‘Liefdesliedjes’, zij zijn evenveel gedicht als liedje en dit maakt het speciaal.

Een ander bijzonder thema is het alledaagse. Waar andere dichters vaan gedichten schrijven over wonderlijke taferelen kiest Judith Herzberg ervoor ook gewone alledaagse dingen te beschrijven. Enkele voorbeelden zijn ‘Beemdgras’ en ‘Wasmachine’.

Prijzen
Jan Campertprijs 1981 voor 'Botshol'.
         De Jan Campertprijs is een prijs die bestaat sinds 1948, aanvankelijk was de prijs bedoelt voor
         schrijvers onder de 30 en met een bepaalde, onderscheidende rol in het verzet. Nu is het
         prijs dit uitgereikt wordt aan een dichter voor zijn werk van de afgelopen jaren.
         Aan de prijs hangt ook een geldbedrag van 5000 euro vast.


Constantijn Huygens-prijs 1994 voor haar gehele oeuvre
         De Constantijn Huygens-prijs is een geldprijs van 10.000 euro die gegeven wordt aan een
         dichter voor zijn ganse oeuvre. De prijs werd voor het eerst uitgereikt in 1947 en is genoemd
         naar dichter Constantijn Huygens.

Gedichtanalyse

Grafstenen

Eeuwig, eeuwig, in ere
te houden herinnering
eeuwig in steen laten
bikken, het eigen verdwijnen
dubbelgevouwen en
dichtgelijmd.

Dan daveren tanks
door de stad. De grafstenen
plat. Wie al onder de aarde
benijdenswaard.

Het eeuwig, eeuwig
houdt later de eenling
levenslang bezig. Hij
slaapt bedroefd in.

Wordt wakker geramd
door zijn razernij.

Titel

Uit de titel ‘grafstenen’ kan je afleiden dat het gedicht te maken heeft met de dood of met afscheid nemen. Dan zijn er natuurlijk nog veel mogelijkheden voor het thema of het verdere verloop van het gedicht. Zo kan het gedicht een soort hommage aan iemand zijn, maar het kan ook een vooruitblik zijn.

Kortom wanneer je de titel leest kom je nog niet veel over het gedicht te weten, maar het prikkelt wel over verder te lezen.

 Lyrisch ik

Persoonlijk denk ik dat dit gedicht geschreven is vanuit een extern standpunt, neerkijkend op een persoon. Het is de overlevenden die die het disrespect  voor de grafsteen benijd. De persoon weet niet goed hoe de persoon die onder de grafsteen ligt zich hierbij zal voelen. Hij denkt dan ook steeds aan het eeuwige en wat er na de dood komt. Hij ziet het allemaal zeer sober in en wordt op het einde van het gedicht kwaad wakker. Waarom hij juist boos wakker wordt weten we niet. Ik denk dat hij misschien bang heeft voor de vergankelijkheid van het leven en dat hem moedeloos en kwaad maakt.

Thema

Het gedicht gaat over de woede die er heerst wanneer iets of iemand grafstenen kapot maakt en zo de doden miskent. De lezer krijgt een betere inkijk op de gevoelens die zo’n actie losmaken. Natuurlijk weten we niet of mensen die overleden zijn iets voelen of denken, maar dit maakt het uiteraard een intrigerend onderwerp.

Misschien heeft de schrijfster zichzelf hier als voorbeeld gebruikt om het gevoel van de overlevende te beschrijven.

Ik moet eerlijk toegeven dat ik dit gedicht heel moeilijk te interpreteren vind omdat er heel weinig informatie gegeven wordt of informatie die niet meteen met elkaar in verband kan gebracht worden.

Vorm

Het gedicht bestaat uit sextet, 2 kwatrijnen en een distichon. Er is geen rijm in het gedicht aanwezig.

Er is een ellips in versregel 9-10. In de vers zijn woorden weggelaten die syntactische noodzakelijk zijn, er ontbreekt een werkwoord.

Er zijn in dit gedicht ook veel enjambementen, de vers stopt maar grammaticaal loopt de zin door.

In versregel 7 is er sprake van een klanksymboliek. De lezer wordt door de ‘daverende tanks’ in een bepaalde stemming geduwd, een stemming waar meestal een angstig gevoel bij hoort.

Bibliografie

Beek, M. (2015). Judith Herzberg. Opgeroepen op december 30, 2015, van schrijversinfo: https://www.schrijversinfo.nl/herzbergjudith.html#bloemlezingen

Herzberg, J. (2003). Vergeet mij niet. Amsterdam: Uitgeverij Maarten Muntinga.

S.N. (sd). prijzen. Opgeroepen op december 30, 2015, van Jan Cmpertstichting: https://www.jancampertstichting.nl/Cms/Prijzen/jan-campert-prijs1/